Vanmiddag op het station in Utrecht stond er op perron 11 een moeder met haar zoontje van een jaar of vier. 't Mannetje kreeg op z'n mieter omdat hij voor de zoveelste keer aan de massief ijzeren brandweerpaal zat. Gottegot, dacht ik, laat dat jong nou toch! Ook omdat het toespreken nogal uitbundig ging, had ik met hem te doen. Zo'n jongetje dat niks mag!
Dat was een vergissing.
Hij mocht wel op hun jonge stafford hangen en zitten. En op z'n staart springen. Stafford pletten. Woef draaide steeds angstig weg. Voor zover dat ging.
Ik heb dat ook maar gedaan.
Als ik het niet zo treurig zou vinden, zou ik opmerken dat Dilano straks misschien wel in een ordner past.