Vorige week vroeg ik aan mijn moeder hoe oud deze kruk eigenlijk is. “Heel oud!” antwoordde ze. Dat wist ik. Al op foto’s van toen ik een heel kleine Bernard was is deze kruk te zien. Veel groten der aarde kennen deze kruk: Ko, Carel, Gerrit, Klaas, etc. Sommigen hebben er zelfs op gezeten! Vooral papa Jan.
Op of vanaf deze kruk zijn borrels gedronken, sigaretten gerookt, vakanties gepland, kinderen voor straf naar hun kamer gestuurd, ruzies gemaakt, ruzies bijgelegd, verjaardagen gevierd, uitvaarten geregeld, stevige discussies gevoerd over op welke partij gestemd moest worden, veel oude jaren de deur uitgedaan, is gejankt, gelachen, gejankt van het lachen, etc. Kortom: als deze kruk zou kunnen schrijven zou het mij een boel tijd bespaard hebben.
Een paar weken geleden vroeg ik mijn moeder voor de zoveelste keer of ik die kruk mocht hebben. “Nee, want ik sta erop als ik de ramen lap!” was -alweer- het antwoord. “Maar dat mag ook bij ons”, reageerde ik. Ze heeft het begrepen, want… onlangs nam ze hem mee. Ik ben er blij mee. Kruk en ik gaan binnenkort samen op stap. Dan pak ik een glas whisky, klim ik op z’n rug, en dan tijdreizen we naar toen. Gezellig!